Tweede helft 19e eeuw waren de ‘cartes de visite’ als fotogenre erg populair geworden.
Op een stevig kartonnen kaartje werd een (portret)foto geplakt waarvoor overduidelijk geposeerd werd.
Vaak werden als stoffering van het tafereel of voor de achtergrond beschilderde doeken of gipsen ornamenten gebruikt.
De naam van de fotograaf stond in zwierige letters op de voor- en achterzijde afgedrukt.
Zo was het ook mogelijk om, behalve in een atelier, ook op locatie te fotograferen en voor een relatief laag bedrag meerdere afdrukken te maken. Dit type foto raakte na 1900 snel in onbruik. Men vond het genre ouderwets en voor de fotograaf viel er weinig aan te verdienen.

Er zijn enkele portretfoto’s van de hand van Eduard Sanders bekend.
Deze kunnen qua afbeelding worden gekenmerkt als ‘cartes de visite’. Eén is op karton afgedrukt met een gestempelde achterkant. Twee andere zijn afgedrukt op briefkaartformaat (met achterzijde type 2). Er waren in Groningen al diverse fotografen binnen en buiten de familie Sanders die zich in het portretgenre hadden gespecialiseerd en hevig moesten concurreren. Blijkbaar vond Eduard deze vorm van fotografie niet interessant genoeg om zich verder op toe te leggen, en is het bij enkele experimenten gebleven.

Fotokaart van de weeskinderen, jongens en meisjes in het uniform van de wezen uit het Stadsweeshuis Harlingen, met hun speelgoed op de binnenplaats, circa 1905-1912. Rechts kinderen in een bokkenwagen getrokken door twee geiten. In het midden de weesmoeder Eelkje Goodijk-Sikkema, met Fries oorijzer en floddermuts, rechts de weesvader, Beert Goodijk, met pet en baard.Beert Goodijk en Eelkje Everts Goodijk-Sikkema waren binnenvader en binnenmoeder van het Arm- en Weeshuis te Harlingen van 1 juni 1901 tot 7 april 1925.

(Coll: Museum Hannemahuis, Harlingen)
Kabinetfoto, dubbelportret van de weesvader en weesmoeder van het Stads Armhuis en Stads Weeshuis te Harlingen, het echtpaar Goodijk-Sikkema, 1905-1912. Het echtpaar is gefotografeerd voor een donkere doek, op de vloer een gestreept kleed. Eelkje Goodijk-Sikkema (Peins, 28 juli 1864-Leeuwarden, 9 januari 1936) zit op een stoel en is gekleed in een donkere hooggesloten japon met op haar kraag een groot sieraad, op haar hoofd heeft zij een oorijzer met Friese floddermuts met mutsenspelden. Om haar hals hangt een dunne ketting die in haar tailleband verdwijnt. Beert Goodijk (Sexbierum, 10 oktober 1862-Leeuwarden 5 augustus 1929), met baard, staat achter een tabouret waarop een opengeslagen boek ligt. Hij is gekleed in een driedelig pak en draagt een horlogeketting. Beert Goodijk en Eelkje Everts Goodijk-Sikkema waren binnenvader en binnenmoeder van het Arm- en Weeshuis van 1 juni 1901 tot 7 april 1925.

(Coll: Museum Hannemahuis, Harlingen)
(Coll: H. v. Horssen)  
(Coll: B. Meester)